Verhuiskostenvergoeding opzegging huur bedrijfsruimte (7:297 BW)

Huur bedrijfsruimte opgezegd door verhuurder, Gemeente Schiedam. De opzegging is gebaseerd primair op de belangenafweging als bedoeld in artikel 7:296 lid 3 BW en subsidiair op dringend eigen gebruik als bedoeld in artikel 7:296 lid 1 onder b BW, omdat herontwikkeling plaatsvindt van het bedrijventerrein waar het gehuurde ligt. De eis wordt toegewezen op basis van de primaire grondslag, de belangenafweging van artikel 7:296 lid 3 BW, in die zin dat vastgesteld wordt dat de huurovereenkomst tussen partijen eindigt op 1 januari 2025. De reden hiervoor is dat de belangen van Gemeente Schiedam bij beëindiging van de overeenkomst zwaarder wegen dan de belangen van huurder bij voortzetting ervan. Gemeente Schiedam heeft namelijk vergevorderde plannen tot grootschalige herontwikkeling van het waar het gehuurde gelegen is. Huurder weet dat al lange tijd (decennia).

Op grond van artikel 7:297 BW wordt vastgesteld dat Gemeente Schiedam aan huurder € 13.000,- dient te betalen als tegemoetkoming in de verhuiskosten. Spullen van het bedrijf van huurder zullen namelijk van het gehuurde verwijderd moeten worden. Dat huurder ook geconfronteerd zal worden met inrichtingskosten, is niet aannemelijk gemaakt. De hoogte van het toegewezen bedrag is gebaseerd op de schadeloosstellings-berekening die huurder in het geding heeft gebracht.

Rechtbank Rotterdam 18-10/24 inzake Schiedam (ECLI:NL:RBROT:2024:11403)