Het Hof is omtrent de kostenvergoeding in de beroepsfase van oordeel dat onderscheid moet worden gemaakt tussen twee verschillende fases, namelijk de vertegenwoordiging door de B.V. en de vertegenwoordiging door [naam1]. Wat betreft de vertegenwoordiging van de B.V. is het Hof van oordeel dat geen sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Gelet op de arresten van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2012:BW5409, ECLI:NL:HR:2013:197 en ECLI:NL:HR:2016:1035) kan daarvan immers geen sprake zijn indien de belastingplichtige feitelijk zelf optreedt in zijn zaak, ook al geschiedt dit namens een rechtspersoon. De B.V. is weliswaar in civielrechtelijke zin een ‘derde’, maar voor de toepassing van het Bpb is geen sprake van een ‘derde’ als een belanghebbende feitelijk optreedt in zijn eigen zaak.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26-11/24 inzake Gemeentelijk belastingkantoor Twente (ECLI:NL:GHARL:2024:7356)
Noot: vertegenwoordiger van de BV is geen derde voor Wet WOZ (Bpb), anders dan beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Besluit proceskosten bestuursrecht artikel 1:
Een veroordeling in de kosten als bedoeld in artikel 8:75 onderscheidenlijk een vergoeding van de kosten als bedoeld in artikel 7:15, tweede lid, of 7:28, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan uitsluitend betrekking hebben op:
a.
kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand,
b.
kosten van ……