Vergoeding planschade in natura – herziening?

Schadevergoeding in natura op basis van suggestie daartoe van ABRS / herziening uitspraak ABRS?

In haar uitspraak van 18 december 2019 heeft de Afdeling vastgesteld dat de planschade die [verzoeker] lijdt als gevolg van de inwerkintreding van het nieuwe bestemmingsplan € 405.000,00 bedraagt. De Afdeling heeft verder het normaal maatschappelijk risico vastgesteld op 5%. Dit betekent dat [verzoeker] aanspraak heeft op een tegemoetkoming ter hoogte van € 318.500,00. Omdat het college in latere vergelijkbare planschadezaken uit Bergen heeft aangegeven eventuele planschade te willen compenseren in natura, heeft de Afdeling in deze zaak geen aanleiding gezien zelf in de zaak te voorzien. De Afdeling heeft het college de gelegenheid geboden een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waartegen slechts bij haar beroep kan worden ingesteld.

Verzoek om herziening:   [verzoeker] verzoekt de Afdeling haar uitspraak van 18 december 2019 te herzien. De Afdeling benoemd de criteria voor het bijzondere rechtsmiddel van herziening en gaat niet over tot herziening.

Anders dan [verzoeker] betoogt, voldoet de door het college in zijn nieuwe besluit op bezwaar voorziene tegemoetkoming in de vorm van compensatie in natura aan de daaraan in de jurisprudentie gestelde eisen, zoals hierboven weergegeven. De onzekerheid over de besluitvorming door het college, eventueel na medewerking van de gemeenteraad, is voldoende ondervangen met het nieuwe besluit op bezwaar. Het college heeft daarin immers bepaald dat, indien compensatie in natura niet mogelijk zal blijken om redenen gelegen buiten de macht van [verzoeker] en/of zijn rechtsopvolgers, alsnog zal worden overgegaan tot betaling van een tegemoetkoming van € 318.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2012 tot de dag van uitbetaling.

Voor zover [verzoeker] zich op het standpunt stelt dat het college in het nieuwe besluit op bezwaar ten onrechte geen schadevergoeding heeft toegekend omdat de bouwkosten in de loop der jaren zijn toegenomen, overweegt de Afdeling dat dit buiten de omvang van het geding valt. In deze beroepsprocedure ligt aan de Afdeling slechts de vraag voor of het college het planologisch nadeel dat [verzoeker] als gevolg van de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan heeft geleden met het nieuwe besluit op bezwaar heeft gecompenseerd. Uit het hiervoor overwogene volgt dat dit het geval is.

ABRS 28-07/21 inzake Bergen NH (ECLI:NL:RVS:2021:1656)

Noot: voor gelaedeerde wel zuur dat zijn schade door gestegen bouwkosten buiten de beoordeling valt.