Tussen de achtertuinen van twee buren ligt een strook grond, die de ene buur op enig moment met een “recht tot terugkoop” aan de andere buur heeft verkocht en geleverd. Dat beding wordt geactiveerd op het moment dat de buur die de strook grond heeft gekocht haar woning “verkoopt, verhuurt of metterwoon verlaat” en de andere buur “op dat moment nog daadwerkelijk woont” in zijn woning. Tien jaar later is de buur die de strook grond heeft gekocht overleden en beroept de andere buur zich op zijn recht tot terugkoop.
Zowel de rechtbank als het hof legt het beding uit als een aanbiedingsplicht die ook geldt in geval van overlijden.
Conclusie A-G: Het cassatieberoep van de nicht van de overleden buur treft m.i. geen doel.
PHR 14-01/22 inzake tuin (ECLI:NL:PHR:2022:128)