Een contractuele boete als de onderhavige is in koopovereenkomsten van onroerende zaken alleszins gebruikelijk en dient zowel als prikkel tot nakoming als tot het fixeren van schadevergoeding. Uit het hiervoor overwogene vloeit voort dat [appellant] geen gerechtvaardigde reden had om de overeenkomst niet na te komen. [appellant] heeft weliswaar gesteld dat toepassing van het boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat zal leiden, maar zonder nadere toelichting die ontbreekt, vermag het hof dat niet in te zien. Voor het gebruik maken van zijn bevoegdheid tot matiging ziet het hof dan ook geen grond.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 07-05/19 (ECLI:NL:GHARL:2019:3959)
Noot: Haviltex
Het hof stelt voorop dat de vraag hoe in een schriftelijk contract de verhouding tussen partijen is geregeld, niet kan worden beantwoord op grond van uitsluitend een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van het contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (ECLI:NL:HR:1981:AG4158).
Voorts volgt uit HR 20 februari 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AO1427) dat bij de uitleg van een dergelijk geschrift telkens van beslissende betekenis zijn alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, alsmede dat in praktisch opzicht vaak van groot belang is de taalkundige betekenis van de bewoordingen van het geschrift, gelezen in de context ervan als geheel, die deze in (de desbetreffende kring van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben. Verder komt bij de uitleg betekenis toe aan de aard van de transactie, de omvang en gedetailleerdheid van de contractbevestiging, de wijze van totstandkoming ervan – waarbij van belang is of partijen werden bijgestaan door (juridisch) deskundige raadslieden – en de overige bepalingen ervan (ECLI:NL:HR:2007:BA4909 en ECLI:NL:HR:2007:AZ3178).