Uitgangspunt bij verdelen nalatenschap

Deze zaak betreft de verdeling van (een) nalatenschap(pen) tussen familieleden, die al verscheidene jaren in onmin ( [appellant] aan de ene kant en [geïntimeerden] c.s. aan de andere kant) met elkaar leven en die niet in staat zijn gebleken zelf tot (volledige) verdeling te komen. Het hof stelt voorop dat de rechter die de verdeling van een gemeenschap vaststelt op de voet van artikel 3:185 lid 1 BW – waarbij hij naar billijkheid rekening moet houden met de belangen van partijen en het algemeen belang – niet gebonden is aan wat partijen hebben gevorderd en niet expliciet in hoeft te gaan op (alles) wat partijen aanvoeren.

Deskundigenrapport; motiveringsplicht

Het hof stelt voorop dat voor de rechter (ook in hoger beroep) een beperkte motiveringsplicht geldt ten aanzien van zijn beslissing om de bevindingen van een deskundige al dan niet te volgen. Wel dient hij bij de beantwoording van de vraag of hij de conclusies waartoe een deskundige in zijn rapport is gekomen, in zijn beslissing zal volgen, alle ter zake door partijen aangevoerde feiten en omstandigheden in aanmerking te nemen en op basis van die aangevoerde stellingen in volle omvang te toetsen of aanleiding bestaat van de in het rapport geformuleerde conclusies af te wijken..

Niet-agrarische meerwaarde

Naar het oordeel van, en gestoeld op, de ervaringen van de deskundigen kristalliseert aanwezige niet agrarische meerwaarde (voor zover nog sprake is van verwachtingswaarde – onzekere situaties derhalve) van kavels in dit gebied niet uit, omdat ofwel de verkopers zodanig hoge prijzen bedingen dat er geen transacties tot stand komen (kopers wensen het risico van meerprijs in relatie tot kans op een afknapper niet te dragen), ofwel dat partijen bij (ver)koop toekomstig optredende niet agrarische meerwaarde clausuleren waarbij toekomstige voordelen worden verdeeld. Opmerking: door het niet-uitkristalliseren is er geen sprake van een “markt” of marktwaarde. Ergo: de meerwaarde wordt niet in de koopprijs verdisconteerd.

Hof Arnhem-Leeuwarden 05-07/22 (ECLI:NL:GHARL:2022:5749)

Noot: motivering in kader deskundigenadvies zie HR 09-12/11, ECLI:NL:HR:2011:BT2921

Het verweer dat deskundigen de agrarische waarde (waarde waarbij nog juist een lonende exploitatie mogelijk is) in plaats van de verpachte waarde hadden moeten taxeren is te laat en te ongemotiveerd ingebracht.