Tussenuitspraak van 26 augustus 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:2030) van de Afdeling: hier is overwogen dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het besluit van 3 juli 2018, waarbij het college de afwijzing van de aanvragen om een tegemoetkoming in planschade heeft gehandhaafd, op een ondeugdelijke planvergelijking berust. Het college heeft ten onrechte geen vergelijking gemaakt tussen de voor [appellant A] en anderen meest ongunstige invulling van de planologische mogelijkheden van het plangebied onder het derde en het eerste bestemmingsplan.
Vervolg besluit College: Het college heeft naar aanleiding van de tussenuitspraak een vergelijking laten maken tussen de voor [appellant A] en anderen meest ongunstige invulling van de planologische mogelijkheden van het plangebied onder het derde en het eerste bestemmingsplan. Uit die vergelijking is de conclusie getrokken dat [appellant A] en anderen als gevolg van de planologische verandering in een nadeliger positie zijn komen te verkeren en dat zij ten tijde van de inwerkingtreding van het derde bestemmingsplan schade in de vorm van waardevermindering van de woningen hebben geleden.
ABRS: NMR 3% en beroep op gelijkheidsbeginsel faalt.
ABRS 21-04/21 inzake Oirschot (ECLI:NL:RVS:2021:844)
Noot: NMR Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 29-01/20 inzake GS van Limburg (ECLI:NL:RVS:2020:281) onder 7.3.