Aan het tussengelegen gebied tussen het perceel waar het verzoek op planschade op ziet en de plek waar de windturbines zijn gesitueerd, is Thorbecke in het advies ten onrechte uitgegaan van een geluid- en zichtontnemende werking van een (feitelijke) bosstrook met de bestemming bos. Blijkens het bestemmingsplan zijn percelen met de bestemming bos (ook) bedoeld voor extensief beheerde graslanden. In de planvergelijking is daar ten onrechte geen rekening mee gehouden. Beroep gegrond.
Rechtbank Noord-Nederland, 12-07/24 inzake Windpark De Drentse Monden en Oostermoer (ECLI:NL:RBNNE:2024:3531)
Noot: Thorbecke is bij de schadebeoordeling uitgegaan van een invulling van die bestemming door de aanwezigheid van bos met een hoogte van ongeveer 15-16 m. De aanwezigheid van bomen met die hoogte is echter planologisch niet verankerd. Anders dan bij een groene afscherming op eigen perceel heeft de aanvrager ook niet in de hand of de bosstrook feitelijk in stand blijft.