Trillingen aan woning door spoor

Claim: Onrechtmatige hinder door ProRail, wegens trillingen aan belendende woning

Geïntimeerde woont vlak bij een treinspoor en stelt dat ProRail onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld en nog steeds handelt, doordat het treinspoor nabij de woning van geïntimeerde bij het passeren van treinen zware trillingen veroorzaakt. De gevorderde verklaring voor recht en de schadevergoeding wegens waardevermindering van het huis van geïntimeerde, gederfd woongenot en aantasting van zijn persoon worden in hoger beroep alsnog afgewezen. Geïntimeerde ondervindt wel hinder, maar de hinder is in de relevante periode – gelet op het toetsingskader van het Aalscholvers-arrest – niet onrechtmatig geweest.

Toetsingskader onrechtmatige hinder

De rechtbank heeft de vorderingen van [geïntimeerde] inzake de trillinghinder toegewezen op grond van artikel 5:37 BW in verbinding met 6:162 BW (onrechtmatige hinder). Die bepalingen, geschreven voor eigenaren, zijn van overeenkomstige toepassing op ProRail als beheerder van het spoor. Als sprake is van hinder betekent dat niet automatisch dat die hinder onrechtmatig is. Of sprake is van onrechtmatige hinder hangt af van de aard, de ernst, de duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waarbij onder meer moet worden rekening gehouden met het gewicht van de belangen die door de hinder toebrengende activiteit worden gediend, en de mogelijkheid, gelet op de daaraan verbonden kosten, en de bereidheid om maatregelen ter voorkoming van schade te nemen (zie onder meer HR 15 februari 1992, ECLI:NL:HR:1991:ZC0150, Aalscholvers). Bij deze beoordeling is ook van belang of degene die zich beklaagt over hinder, zich ter plaatse heeft gevestigd vóór dan wel na het tijdstip waarop de hinder veroorzakende activiteit is aangevangen.

Geïntimeerde ondervindt wel hinder, maar de hinder is in de relevante periode – gelet op het toetsingskader van het Aalscholvers-arrest – niet onrechtmatig geweest.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 11-06/24 inzake ProRail (ECLI:NL:GHSHE:2024:1904)

Noot: de rechtbank dacht er in eerste aanleg anders over.