Beoordelingsvrijheid bij keuze taxatiemethode
5.6.
In de grondwaardepraktijk zijn er verschillende methodes om de waarde van de bloot eigendom vast te stellen. Gangbare methodes zijn:
– de contante waarde methode: de waarde van de bloot eigendom wordt gelijk gesteld aan de contante waarde van de toekomstige canons;
– de residuele methode, waarbij de taxateur uitrekent welke kosten gemaakt moeten worden voor het stichten van de opstal en vervolgens nagaat wat de grond en opstal samen opbrengen. Het verschil tussen beide is de residuele grondwaarde;
– de comparatieve methode, waarbij de waarde van de bloot eigendom wordt berekend op basis van de waarde van vergelijkbare vastgoedtransacties in de omgeving.
5.7.
Het valt binnen de beleidsvrijheid van SBB (ten behoeve van het prijsaanbod) en RVB (ten behoeve van de prijstoets) om zelf een methode te kiezen en de parameters vast te stellen voor het waarderen van bloot eigendom, mits de uitvoering voldoet aan algemene rechtsbeginselen en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en uiteindelijk leidt tot een reële prijs voor de bloot eigendom. Niet doorslaggevend is of op een individuele parameter iets valt aan te merken, of dat wellicht ook een andere keuze had kunnen worden gemaakt.
Er is dus geen regel die SBB of RVB verplicht om de door [eisers01] en diens deskundige [deskundige01] voorgestane contante waarde methode verplicht toe te passen. Ook als die methode een gangbare is, betekent dat nog niet dat andere gangbare methodes niet tot een marktconforme prijs zouden kunnen leiden.
5.8.
Uit al hetgeen [eisers01] heeft aangevoerd over toezeggingen volgt niet dat hem toezeggingen zijn gedaan of dat bij hem een gerechtvaardigd vertrouwen kan zijn gewekt dat de prijs voor bloot eigendom met de door hem gewenste taxatiemethode moet worden bepaald.
Rechtbank Den Haag 15-02/23 (ECLI:NL:RBDHA:2023:1490)