Staleigenaar claimt deel fosfaatrechten, welke rechten zijn toegekend aan de eigenaar van het gestalde vee. Staleigenaar beroept zich daarbij op redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 1 BW). Het Hof bevestigt de relevantie van redelijkheid en billijkheid, maar komt na het wegen van de specifieke omstandigheden tot de conclusie dat de staleigenaar geen aanspraken op fosfaatrechten heeft.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25-03/25 (ECLI:NL:GHARL:2025:1806)
Noot: Deze fosfaatrechten zijn dus niet voor de staleigenaar. Het hof heeft er begrip voor dat staleigenaar achteraf zijn beslissing om in 2015 met [eigenaar van het vee] c.s. ‘in zee’ te gaan betreurt, maar merkt op dat die beslissing destijds hem kennelijk wel juist voorkwam en dat de eisen van redelijkheid en billijkheid niet zo ver gaan dat [appellant] zijn spijt dienaangaande thans op [eigenaar van het vee] c.s. kan afwentelen.