Stalderingsregeling Brabant; daarna nieuw bestemmingsplan

Uit de uitspraak van de Afdeling van 21 februari 2024 ECLI:NL:RVS:2024:719 volgt dat het college terecht een vergelijking heeft gemaakt tussen de planologische mogelijkheden van het perceel onder het regime van het nieuwe bestemmingsplan en het regime van de verordening (lees: de stalderingsregeling: voor nieuwe stal 110% oude stalruimte afbreken). [partijen] heeft niet gemotiveerd betwist dat de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan voor hem niet tot verdergaande planologische beperkingen heeft geleid dan de beperkingen die op basis van de verordening al bestonden. Dat betekent dat [partijen] niet in een nadeliger planologische positie is komen te verkeren en het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat [partijen] geen planschade heeft geleden door de inwerkingtreding van het nieuwe bestemmingsplan. Daaruit volgt dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen.

ABRS 11-12/24 inzake Deurne (ECLI:NL:RVS:2024:5104)

Noot: aldus geen tegemoetkoming planschade, omdat de planvergelijking tussen (eerst) de verordening en (daarna) het nieuwe bestemmingsplan geen planologisch nadeel oplevert.