Verzoek om vernietiging wegens schending hoor en wederhoor
Het hof komt tot de conclusie dat het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden, omdat het arbitrale eindvonnis mede is gewezen op basis van een door één van de scheidslieden opgesteld taxatierapport, terwijl partijen geen gelegenheid hebben gehad zich daarover uit te laten. Dit betekent dat de wijze waarop het eindvonnis tot stand is gekomen op dit punt in strijd is met de openbare orde. In zoverre doet zich een vernietigingsgrond voor. Het hof zal de vernietigingsprocedure schorsen om de commissie van scheidslieden in staat te stellen de grond voor vernietiging ongedaan te maken, door alsnog wederhoor toe te passen en een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van wat in dat kader wordt aangevoerd.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 05-11/24; (ECLI:NL:GHARL:2024:6814)
Noot: praktisch benadering, om te kiezen voor schorsing in plaats van vernietiging. In de woorden van het Hof: “Ook al raakt het geconstateerde gebrek aan de openbare orde, het leent zich wel voor herstel”.
Eén van de scheidslieden is juist benoemd vanwege zijn expertise als rentmester-taxateur en tegen deze achtergrond kan niet worden gezegd dat de scheidslieden het beginsel van onafhankelijkheid en onpartijdigheid hebben geschonden doordat één van de scheidslieden zelf de taxatie van de onroerende zaken heeft verricht