Dit is een fout van de stichting zonder welke zij – zo mag worden aangenomen – de uren waarvan zij in dit geding de vergoeding vordert niet aan de vordering zou hebben besteed. De [X] c.s. verweten tekortkomingen wegen daar niet tegen op. Ook hier doet zich de situatie voor dat door een eigen fout van de stichting de vergoedingsplicht van [X] c.s. op de voet van art. 6:101 lid 1 BW geheel is komen te vervallen.
Gerechtshof Amsterdam 01-12/20 (ECLI:NL:GHAMS:2020:3306)