Rechtbank Gelderland 20-07/22 in vier zaken (nog niet gepubliceerd).
Grondwaarde als complex, zowel comparatief als residueel; daarbij opbrengst gerelateerd aan gemeentelijke grondprijzennota en qua kosten mede overwegingen zijn gewijd aan infrastructurele voorzieningen. Daarbij is overwogen dat een redelijk handelende partij geen rekening zal houden met verhaal van meer kosten dan (per peildatum) op grond van de wet (lees; exploitatieplan) mogelijk is.
In casu wettelijke rente tussen inschrijving onteigeningsvonnis en vonnis over schadeloosstelling, aangezien partijen zich niet over deze rente hebben uitgelaten.
Noot: uitgebreid gemotiveerde vonnissen, met name over kostenverhaal in relatie tot exploitatieplan, in deze zaken waar René van Hoogmoed één van de rechtbankdeskundigen was.
In voorkomend geval (onteigende als BTW-ondernemer) is de BTW over de grondwaarde vergoed.
Wat betreft wettelijke rente: de praktijk is dat onteigenaren tot recent veelal 0,5% betogen.