Partijen opteren beide voor de fictie (op peildatum) van het gegeven zijn van een dijkdoorgang ten behoeve van [verweerder] naar de “af te snijden” pachtgronden buitendijks de nieuwe dijk, zodat uitgegaan kan worden van een voortgezet gebruik op die gronden. Rechtbank oordeelt dat omtrent die bereikbaarheid per peildatum onvoldoende zekerheid bestond.
A-G In de gevallen waarin een aanbod tot een schadebeperkende afspraak wordt gedaan en die afspraak door de onteigende wordt aanvaard, kan bij het vaststellen van de schadeloosstelling met die afspraak rekening worden gehouden, ongeacht of dat aanbod vóór of na de peildatum is gedaan. Tegen deze achtergrond is het oordeel van de rechtbank dat de afspraak van partijen dat een dijkdoorgang gerealiseerd zou worden, feiten en omstandigheden zijn die zich hebben voorgedaan ná de peildatum en dat zij daarom de wens van partijen om rekening te houden met deze nadere ontwikkelingen niet kan honoreren (rechtsoverweging 5.9), onjuist. Onderdeel 2, dat onder 2.3 onder meer erover klaagt dat de beslissing van de rechtbank in strijd is met het recht, slaagt dus.
Conclusie 12-01/18 van A-G Valk inzake provincie Overijssel/bypass Kampen (ECLI:NL:PHR:2018:43).