Samenloop artikelen 54a (vervroegde descente) en 54f Onteigeningswet (vervroegde onteigening)

De klachten van onderdeel 1 falen. Zij berusten op de onjuiste rechtsopvatting dat het een onteigenende partij niet vrijstaat of niet steeds vrijstaat op de voet van art. 54f Ow de vervroegde onteigening te vorderen kort na het aanhangig maken van een procedure tot vervroegde plaatsopneming als bedoeld in art. 54a Ow. Uit de parlementaire toelichting blijkt immers dat de wetgever met de combinatie van beide procedures tijdwinst heeft beoogd (Kamerstukken II, 1969/70, 10590, nr. 3, p. 10-11).
Dat doel kan ook worden gediend als beide procedures kort na elkaar aanhangig worden gemaakt.

HR 21-12/18 inzake Pijnacker-Nootdorp (ECLI:NL:HR:2018:2380)