Aanvraag tegemoetkoming planschade benoemt de eerste bestemmingsplanwijziging. aanvrager betoogt (nadien) dat mede in overweging betrokken had moeten worden tweede bestemmingsplanwijziging.
ABRS 27-12-17 inzake Bodegraven-Reeuwijk (ECLI:NL:RVS:2017:3567).
Dit betoog faalt.
In het aanvraagformulier van 27 maart 2015 is uitsluitend het eerste bestemmingsplan als oorzaak van de gestelde planschade aangewezen.
Bij brief van 18 januari 2016 heeft [appellant] een zienswijze naar aanleiding van het conceptadvies van Haute Equipe van 23 december 2015 gegeven. In die zienswijze heeft hij niet tevens verzocht om een tegemoetkoming in planschade als gevolg van de inwerkingtreding van het bij raadsbesluit van 16 september 2015 vastgestelde tweede bestemmingsplan.
De heroverweging van het primaire besluit dient, in beginsel, te geschieden op basis van de feiten of omstandigheden, zoals die zijn op het tijdstip waarop het besluit op bezwaar wordt genomen. Dit laat onverlet dat die heroverweging binnen de grenzen van de aanvraag, zoals deze in de aanvraagfase nader is toegelicht of bijgesteld, en het primaire besluit plaatsvindt. Het college was niet gehouden om buiten die grenzen te treden door in de bezwaarfase na te gaan of [appellant] als gevolg van de inwerkingtreding van het tweede bestemmingsplan schade heeft geleden. De rechtbank heeft in dit verband terecht overwogen dat het op de weg van [appellant] lag om de aanvraag voorafgaand aan het primaire besluit aan te vullen dan wel een nieuwe aanvraag in te dienen.