Redelijk loon (courtage)

Art. 7:405 lid 2 BW bepaalt dat in de situatie waarin de hoogte van verschuldigde vergoeding voor de opdracht niet door partijen is bepaald, zoals in dit geval, de opdrachtgever aan de opdrachtnemer het op de gebruikelijke wijze berekende loon verschuldigd is of, bij gebreke daarvan, een redelijk loon.

Bij de vaststelling van een redelijk loon stelt de rechtbank voorop dat hierbij mede van belang zijn de complexiteit en de omvang van de werklast die Conduct ten deel is gevallen bij de bemiddeling bij de verkoop van de loods. In dat kader acht de rechtbank de onder 4.7 genoemde door Conduct uitgevoerde werkzaamheden van belang, maar weegt hierin ook mee het gegeven dat, zoals mede ter zitting bleek, de kopers uit het eigen netwerk van [gedaagde 1 c.s.] afkomstig waren en het eerste contact via [gedaagde 1] verliep, waardoor Conduct voor wat betreft de door haar te verrichten inspanningen de wind behoorlijk in de zeilen kreeg. Ook acht de rechtbank in dit kader van belang dat [gedaagde 1 c.s.] in dit geval, naar zijn eigen zeggen doorslaggevende, (definitieve) prijsonderhandelingen heeft gevoerd met [B ] , zoals (mede) blijkt uit de e-mailcorrespondentie van 28 maart 2018, en vervolgens de verkoop van de woning en de loods definitief tot stand is gekomen (zie 2.19). Ten slotte neemt de rechtbank daarin mee dat er sprake was van (enige mate van) overlap in de werkzaamheden van Conduct in relatie tot de woning en de loods, en voornoemde aspecten tot uitdrukking dienen te komen in een in redelijkheid te bepalen vergoeding voor de werkzaamheden van Conduct. Tegen deze achtergrond en in onderlinge samenhang bezien neemt de rechtbank als uitgangspunt het door [gedaagde 1 c.s.] als redelijk genoemde courtagepercentage van 0,5% over de koopsom van de loods en brengt daarop 0,1% in mindering. Dit laatste acht de rechtbank redelijk, gelet op de relatief beperkte omvang van de additionele werkzaamheden van Conduct bovenop de werkzaamheden die de verkoop van de woning met zich brachten, waarvoor Conduct het afgesproken courtage met betrekking tot de woning al heeft ontvangen en in samenhang met de totale (hoge) koopsom.

[gedaagde 1 c.s.] dient daarom (0,4% x € 2.200.000,-) = € 8.800,- exclusief btw te betalen aan Conduct. De rechtbank zal aan deze veroordeling de gevorderde hoofdelijkheid toekennen, nu [gedaagde 1 c.s.] zich daartegen niet heeft verweerd.

Rechtbank Den haag 10-07/19 inzake makelaar Conduct (ECLI:NL:RBDHA:2019:7274)