De tussenkomende partij de Andreas Stichting heeft gevorderd dat conform artikel 43 lid 4 juncto lid 1 Ow wordt bepaald dat van het voorschot op de schadeloosstelling een bedrag van € 505.039,00 rechtstreeks aan haar wordt betaald. De rechtbank ziet geen aanleiding om te bepalen dat het door de Andreas Stichting gevorderde aandeel van het voorschot dient te worden geconsigneerd. De hoedanigheid en de aanspraak van de Andreas Stichting als hypotheekhouder staat immers vast. Gelet hierop kan worden vastgesteld dat de Andreas Stichting aanspraak kan maken op dit deel van de schadeloosstelling.
Rechtbank Limburg 08-02/17 inzake provincie Limburg / inpassingsplan “Buitenring Parkstad Limburg” (ECLI:NL:RBLIM:2017:1063).