In artikel 8:75, eerste lid, derde volzin, van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat een natuurlijk persoon slechts in de kosten kan worden veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. De hieraan ten grondslag liggende gedachte is dat het procesrisico voor burgers niet te groot moet worden, omdat anders de drempel naar de rechter te hoog wordt.2
De rechtbank overweegt dat voor het aannemen van kennelijk onredelijk gebruik van het procesrecht zwaarwichtige gronden zijn vereist.
Van misbruik van procesrecht is niet spoedig sprake indien een burger in persoon, dat wil zeggen zonder rechtsbijstand procedeert. Voor een burger die tegen een overheidsorgaan procedeert, geldt kort gezegd als toetsingscriterium of hij tegen beter weten in (door)procedeert. In dat geval kan sprake zijn van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht en dat kan leiden tot een proceskostenveroordeling van de burger.
Vorenstaande overwegingen leiden er toe dat de rechtbank op termijn mogelijk ander beleid kan gaan voeren in WOZ-beroepszaken van belanghebbenden die via een (semi-) no cure no pay-bureau procederen. Onder omstandigheden en in de zich daartoe lenende geëigende, evidente gevallen kunnen zij worden veroordeeld in de proceskosten wegens misbruik van procesrecht.
De heffingsambtenaar dient hierom te verzoeken. Tot op heden heeft de rechtbank dergelijke verzoeken van de heffingsambtenaar (nog) afgewezen.
In het geval van een proceskostenveroordeling als voornoemd kunnen de proceshandelingen van de heffingsambtenaar die door de in het ongelijk gestelde belanghebbende aan de heffingsambtenaar moeten worden vergoed worden gelijk gesteld analoog aan de proceskostenregeling in het bestuursrecht.
De rechtbank wil een einde zien aan risicoloos, in een loterij zonder nieten, zinloos (door)procederen van woningeigenaren via (semi-) ncnp-bureaus, in het voetspoor van een reeks uitspraken van de Hoge Raad die successievelijk kwalificeren als het indammen van onredelijk gebruik van WOZ-procedures als lucratief verdienmodel.
Bovengenoemde overwegingen hangen onverbrekelijk samen met de grote achterstanden bij de afdoening van WOZ-zaken waarmee (onder meer) de rechtbank worden geconfronteerd. Die achterstanden worden (mede) veroorzaakt omdat procederen risicoloos en gratis lijkt, want betaald door een ncnp-bureau, dat procedures als verdienmodel heeft omarmd.
Rechtbank Overijssel 10-09/25 inzake Kampen (ECLI:NL:RBOVE:2025:5498)
Noot: let op de overweging dat in toekomst procederende belanghebbenden mogelijk in kosten veroordeeld gaan worden: Onder omstandigheden en in de zich daartoe lenende geëigende, evidente gevallen kunnen zij (lees: woningeigenaren) worden veroordeeld in de proceskosten wegens misbruik van procesrecht.