De rechtbank voorziet zelf in de zaak, door in dit geval zelf de omvang van het normale maatschappelijke risico vast te stellen en te bepalen welke aftrek redelijk is. In dit verband is van belang dat de planologische ontwikkeling een normale maatschappelijke ontwikkeling betreft. Nu de ontwikkeling niet geheel, maar overwegend binnen de ruimtelijke structuur past en past binnen gevoerd gemeentelijk beleid, maar dit geen in lengte van jaren gevoerd beleid betreft, lag de ontwikkeling niet geheel in de lijn der verwachtingen. Hierom ziet de rechtbank aanleiding om een drempel van 3,5% te hanteren van de waarde van de woning van eiser onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning. Hierbij overweegt de rechtbank dat Ten Have in het advies van 15 oktober 2018 aangeeft dat een drempel van 3,5% voor het normale maatschappelijke risico passend is.
Rechtbank Gelderland 30-06/21 inzake Nijmegen (ECLI:NL:RBGEL:2021:3314)
Noot: schijnbaar baseert Rechtbank zich op percentage dat Ten Have, de adviseur van gelaedeerde, passend oordeelde. In artikel 15.7 Omgevingswet is voor indirecte planschade voortaan een forfait opgenomen van vier procent, dat zal “discussies” als de onderhavige voorkomen.