Recht op onteigening?

Eisers menen dat de gemeente Borne in strijd heeft gehandeld met het gelijkheidsbeginsel door hen – in tegenstelling tot 32 andere eigenaren – niet uit te kopen ter realisatie van een nieuwe bestemming. Terugverwijzing Hoge Raad naar Hof.

Bij de beoordeling van het beroep van de familie [familie appellanten] op het gelijkheidsbeginsel gaat het om een vergelijking van de essentiële kenmerken van de gevallen van de familie [familie appellanten] en de overige 32 eigenaren. Hun gevallen waren in zoverre gelijk dat hun percelen zouden worden wegbestemd in het bestemmingsplan ‘ [het bestemmingsplan] ’, maar volgens de gemeente Borne in zoverre ongelijk dat de gemeente Borne wél de nieuwe bestemming wilde realiseren op de percelen van de overige 32 eigenaren, maar niét op het perceel van de familie [familie appellanten] . Het hof acht mogelijk dat dit laatste aspect als essentieel verschil de doorslag geeft. Een gemeente is immers in beginsel niet gehouden om op alle percelen in een bestemmingsplan de nieuwe bestemming (zelf) te realiseren en dus evenmin om alle percelen minnelijk te verwerven om dat mogelijk te maken. Een recht op (minnelijke) onteigening bestaat in dit soort situaties niet. Dat de gemeente Borne wel van plan was om de nieuwe bestemming van het bestemmingsplan ‘ [het bestemmingsplan] ’ op andere percelen te realiseren maakt dat niet anders, tenzij de gemeente niet op redelijke, zakelijke, gronden het onderscheid heeft gemaakt.

Voor een juiste beoordeling van dit punt heeft het hof behoefte aan nadere inlichtingen over de redenen waarom de gemeente Borne de percelen van de andere 32 eigenaren wél wilde verwerven om de nieuwe bestemming te realiseren en het perceel van de familie [familie appellanten] niet. Aangezien de gemeente Borne de gerede partij is om over deze informatie te beschikken, zal het hof de gemeente Borne in de gelegenheid stellen om deze informatie, met stukken onderbouwd, bij akte te verschaffen.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 09-07/19 inzake Borne (ECLI:NL:GHSHE:2019:2384)

Noot: voorlopig nog geen einde aan deze zaak waarin in 2012 eerste (rechtbank)vonnis is gewezen.