Planschadeclaim vanwege windmolens: voorzienbaarheid?

5.2.    In ’t Groentje is vermeld dat onderdeel 1 van het raadsbesluit erop neerkomt dat onder andere de locatie ten noorden van het Amsterdam-Rijnkanaal, ter hoogte van bedrijventerrein De Meerpaal, geschikt is voor de realisatie van windenergie. Voor een redelijk denkend en handelend eigenaar valt uit die omschrijving genoegzaam af te leiden in welk gebied windturbines mogelijk worden geplaatst. Dat in ’t Groentje is vermeld dat in onderdeel 3 van het raadsbesluit is bepaald dat, als eerste, het project op De Meerpaal wordt ontwikkeld, leidt niet tot een ander oordeel. In het bericht is verder niet verwezen naar het bedrijventerrein De Meerpaal, maar wel naar de locatie langs het bedrijventerrein De Meerpaal, de locatie langs De Meerpaal en de locatie langs het Amsterdam-Rijnkanaal. Indien niettemin, gelet op de weergave van onderdeel 3 van het raadsbesluit in ’t Groentje, twijfel zou rijzen, zou een redelijk denkend en handelend koper daarin aanleiding zien om het raadsbesluit te raadplegen. Vervolgens zou die twijfel zijn weggenomen. In onderdeel 3 van het raadsbesluit is immers bepaald dat de locatie langs De Meerpaal als eerste wordt gerealiseerd. Bij lezing van het raadsbesluit is helder dat de weergave van onderdeel 3 van het raadsbesluit in ’t Groentje niet juist is en dat het bedrijventerrein niet in beeld is als locatie voor het realiseren van windturbines.

5.3.    Aan de krantenartikelen uit de periode na de publicatie van het raadsbesluit in ‘t Groentje, waarin door journalisten melding is gemaakt van een locatie op De Meerpaal, kan niet de door [appellant sub 1] en anderen gewenste betekenis worden toegekend. De inhoud van krantenartikelen komt, anders dan zij betogen, niet voor rekening en risico van het college. Verder valt uit bladzijde 216 van het streekplan, waarin is verwezen naar regionale initiatieven, niet af te leiden dat provinciale staten zich niet kunnen verenigen met het gemeentelijke beleidsvoornemen om windturbines op een locatie langs De Meerpaal, ten noorden van het Amsterdam-Rijnkanaal, te realiseren. Dat op die bladzijde melding is gemaakt van een eventuele opstelling van windturbines op De Meerpaal, doet daaraan niet af, omdat de inhoud van het streekplan in samenhang met de regionale initiatieven dient te worden gelezen. Bij lezing van het raadsbesluit is helder dat de omschrijving op die bladzijde van een eventuele opstelling van windturbines in Houten niet juist is en dat het gemeentelijke beleidsvoornemen geen betrekking heeft op de locatie op de Meerpaal.

5.4.    Dat, zoals [appellant sub 1] en anderen verder stellen, het mogelijk was om windturbines op een locatie langs De Meerpaal, ten noorden van het Amsterdam-Rijnkanaal, te realiseren op een afstand van meer dan 1.500 m van de woningen en zij daardoor geen overlast van die windturbines zouden hebben ondervonden, is niet relevant. In het kader van de voorzienbaarheid is immers de meest ongunstige uitwerking van een beleidsvoornemen beslissend. Vergelijk (onder 5.28 van) de uitspraak van de Afdeling van 28 september 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2582). Daarvan uitgaande, dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid dat de windturbines op een aanmerkelijk kortere afstand dan 1.500 m van de woningen van [appellant sub 1] en anderen zouden worden opgericht.

Uit de overwegingen van de Afdeling met betrekking tot de vernietiging van de milieuvergunning en het bestemmingsplan blijkt niet van gebreken in de besluitvorming die onherstelbaar waren.

ABRS 01-08/18 inzake Houten (ECLI:NL:RVS:2018:2575).

Noot: er wordt van de lezer van het lokale krantje wel een grote vaardigheid verwacht in het onderscheiden van onjuiste teksten.