Stelling gemeente dat zandwinning afhankelijk was van medewerking van eigenaren belendende percelen en daarom niet als uitgangspunt kan gelden, wordt door rechtbank verworpen.
In het verweerschrift stelt verweerder dat het gebruik van de gronden van eisers voor zandwinning door de vereiste medewerking van derden met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden uitgesloten. Dit blijkt volgens verweerder ook uit de uitspraak van de Afdeling van 26 februari 2014 en de overzichtsuitspraak van de Afdeling van 28 september 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2582). Verweerder is van mening dat de percelen niet afzonderlijk kunnen worden geëxploiteerd voor zandwinning, waardoor een redelijk denkend en handelend koper dan ook niet meer zal betalen voor stukken grond waar slechts theoretisch zandwinning is toegestaan. Eisers hebben volgens verweerder geen concrete aanknopingspunten aangevoerd waaruit blijkt dat zij voor de waardebepaling niet mocht afgaan op het deskundigenadvies van Thorbecke.
Beoordeling rechtbank
In de door verweerder aangehaalde uitspraak van 26 februari 2014 werd door de Afdeling geoordeeld dat de rechtbank terecht had overwogen dat het oude bestemmingsplan geen zelfstandige bouwmogelijkheden voor extra woningen op de in geding zijnde percelen bood, omdat die pas ontstonden na onttrekking, dan wel sloop van woningen van derden. Bij onttrekking of sloop door derden zou het evenmin zeker zijn dat de bouw van woningen op de in geding zijnde percelen mogelijk zou zijn, nu er sprake was van een bouwverbod vanwege de ligging van de percelen binnen de geluidzone van het spoor.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit deze uitspraak niet dat ook in dit geval het gebruik voor zandwinning met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden uitgesloten. Allereerst overweegt de rechtbank dat uit andere uitspraken van de Afdeling, waaronder die van 27 juni 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BW9528) en 1 juni 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1529) volgt dat het feit dat een zelfstandige bouwmogelijkheid voor woningbouw pas ontstaat nadat elders in het plangebied op gronden van derden sloop plaatsvindt, niet betekent dat deze realisering van woningbouw zo onwaarschijnlijk is dat daarvan bij de planvergelijking niet mag worden uitgegaan.
Rechtbank Gelderland 13-07/21 inzake Ede (ECLI:NL:RBGEL:2021:3668)