- Beroep op hogere WOZ wordt door ABRS niet gevolgd, omdat die van andere peildata zijn.
- Beroep hogere feitelijke koopsom wordt door ABRS niet gevolgd, omdat niet blijkt of daarin maximalisering wel een rol gespeeld heeft
Ten slotte maakt het feit dat het pand aan de [locatie 1] ruim twee maanden na de peildatum is verkocht voor € 325.000,- niet dat de taxateur van de SAOZ de waarde van het pand na de planologische wijziging op de peildatum te laag heeft ingeschat. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 3 november 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BO2722), wordt de waardevermindering vastgesteld op het verschil tussen de prijs die het pand zou hebben opgeleverd onder het oude planologische regime en de prijs in de nieuwe situatie. Uitgegaan wordt daarbij van de prijs die een redelijk denkend en handelend koper onmiddellijk voor de inwerkingtreding van de planologische wijziging en op het tijdstip direct daarna voor de woning zou hebben geboden. Die koper wordt geacht uit te gaan van maximale invulling van het planologische regime vlak voor en vlak na de peildatum en zijn prijs daarop af te stemmen. Uit de door [appellant] overgelegde stukken valt niet af te leiden op welke wijze de daadwerkelijk gerealiseerde verkoopprijs tot stand is gekomen. Die prijs kan het resultaat zijn van allerlei andere factoren, waarin de overlegde stukken geen voldoende inzicht geven
ABRS 29-03/23 inzake Land van Cuijk (ECLI:NL:RVS:2023:1236)
Noot: taxatie – kennis, ervaring en intuïtie van de desbetreffende taxateur/deskundige: zie ook de overzichtsuitspraak planschade van de Afdeling van 28 september 2016.