Planschade recreatieterrein wegens glastuinbouw

Exploitatiegebonden vastgoed (waardevermindering terrein en inkomensschade).

Eerdere opdracht ABRS:  De Afdeling heeft (de deskundigen van) het college verzocht schriftelijk inzichtelijk te maken wat de omvang van de door Bree Invest geleden planschade (waardevermindering terrein en inkomensschade) – na aftrek van het normaal maatschappelijk risico – is, als wordt uitgegaan van hinderfactoren die corresponderen met middelzware planschade in de vorm van waardevermindering en een bijbehorend schadepercentage van 5%, en desgewenst daarop te reflecteren.

Vervolgens gemeente: na heroverweging gebleken van een onjuist uitgangspunt, nu de controlepercentages behorend bij lichte, middelzware en zware planschade zijn gericht op waardedaling van de onroerende zaak ‘an sich’. Volgens gemeente is de aan de waarde gerelateerde kwalificatie van planschade in licht, middelzwaar en zwaar en de genoemde percentages bij bedrijven die gebruikmaken van exploitatie gebonden vastgoed niet goed toepasbaar.

ABRS: opdracht aan StAB voor advies in deze langslepende kwestie.

ABRS18-12/24 inzake Peel en Maas (ECLI:NL:RVS:2024:5244)

Noot: derde in een reeks aan uitspraken over deze kwestie: zie ook ABRS 20-09/17 (ECLI:NL:RVS:2017:2553) en ABRS 19-12/18 (ECLI:NL:RVS:2018:4165).