De schadecommissie heeft de waardevermindering van de woning als gevolg van de planologische wijziging vastgesteld op € 15.200,00 als verschil tussen de waarde van € 760.000,00 voor de peildatum en de waarde van € 744.800,00 na de peildatum. De waardevermindering is 2% van de waarde van de woning direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van het rijksinpassingsplan.
In het advies heeft de schadecommissie gesteld dat door de uniciteit van de woning van [appellant] geen bruikbare gegevens voor handen zijn over verkooptransacties met betrekking tot vergelijkbare objecten. Ook kan de waarde van het object niet worden bepaald op basis van de koopsom van het object gecorrigeerd naar de peildatum aan de hand van NVM-indexcijfers, omdat de daaruit volgende waarde volgens de schadecommissie het waardeverloop van de woning van [appellant] onvoldoende weerspiegelt. De schadecommissie heeft de waarde van de woning op peildatum 9 september 2010 zelfstandig geschat op basis van kennis, ervaring en inzicht van de taxatieleden van de schadecommissie. De commissie heeft de waarde onder het oude planologische regime geschat op € 760.000,00 en onder het nieuwe planologische regime geschat op € 744.800,00. Aan deze schattingen heeft de schadecommissie in haar advies verder geen enkele onderbouwing ten grondslag gelegd. Daarbij komt dat de Afdeling het niet goed voorstelbaar acht dat, gelet op het ronde bedrag van € 760.000,00 en de specifieke schatting van € 744.800,00, het nadeel op een bedrag uitkomt dat precies overeenkomt met het normaal maatschappelijk risico van 2%. De Afdeling acht het, ondanks dat de minister dit ter zitting heeft ontkend, aannemelijk dat de schadecommissie het percentage heeft gehanteerd om de waardevermindering van het object van [appellant] te bepalen. Door de schadecommissie in haar advies noch door de minister ter zitting is gemotiveerd waarom de waardedaling 2% bedraagt. Onder deze omstandigheden is niet duidelijk op welke wijze de minister tot een schade van 2% is gekomen.
ABRS 06-02/19 inzake Ministerie van I&M (ECLI:NL:RVS:2019:343)
Noot: een taxatie is niet in alle gevallen tot op de komma nauwkeurig na te rekenen, maar het oordeel van de commissie moet zorgvuldig tot stand komen en voldoende navolgbaar zijn.