Planschade door kerkgebouw?

Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar overzichtsuitspraak van 6 augustus 2025, ECLI:NL:RVS:2025:3690, onder 10-11, wordt voor de beoordeling van een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade onderzocht of de aanvrager als gevolg van de wijziging van het planologische regime, die door de aanvrager als oorzaak van de schade is gesteld, in een nadeliger positie is komen te verkeren en ten gevolge daarvan schade lijdt of zal lijden. Hiertoe wordt voor de desbetreffende gronden een vergelijking gemaakt tussen deze wijziging en het onmiddellijk daaraan voorafgaande planologische regime. Daarbij is niet de feitelijke situatie van belang, maar wat op grond van het oude en nieuwe planologische regime is toegestaan, ongeacht of, en zo ja in hoeverre, deze planologische mogelijkheden zijn benut.

Slechts indien en voor zover realisering van de planologische mogelijkheden met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is uitgesloten, kan aanleiding bestaan om van dit uitgangspunt af te wijken. Van deze uitzondering is hier geen sprake, dus maximaliseren oude bestemmingsplan, met mogelijkheid agrarisch bouwblok.

ABRS 19-11/25 inzake Reimerswaal (ECLI:NL:RVS:2025:5602)

Noot: Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de hiervoor aangehaalde overzichtsuitspraak, onder 13-14, wordt bij de beoordeling van een aanvraag om tegemoetkoming in indirecte planschade uitgegaan van de voor de aanvrager meest ongunstige invulling van de planologische mogelijkheden van de gronden van derden.

Met name op zondag vindt een toename van verkeer plaats. Er zijn drie piekmomenten door de over de zondag verspreide diensten. Dit aspect is in de schadeboordeling betrokken.