Overdrachtsbelasting: deel landbouwvrijstelling en rest 2%

Overdrachtsbelasting. Schuren en stal van een woonboerderij zijn aanhorigheden. Door de bestemmingswijziging konden de gebouwen ten tijde van de verkoop alleen gebruikt worden voor woondoeleinden. De gebouwen behoren bij de woning, daarbij in gebruik zijn en daaraan dienstbaar zijn. De gebouwen en de woning vormen één logisch geheel, de gebouwen staan op één erf en op korte afstand van de woning. Dus 2% in plaats van gedeeltelijk 6%

Het grasland is geen aanhorigheid, omdat het in gebruik is bij een derde. De vrijstelling voor cultuurgrond is wel op het perceel van toepassing.

Taxateur fiscus had koopsom € 440.000 gesplitst en bedrijfsgedeelte en weiland was belast tegen 6% overdrachtsbelasting:

De rechtbank is van oordeel dat de gebouwen behoren bij de woning, daarbij in gebruik zijn en daaraan dienstbaar zijn. De gebouwen en de woning vormen één logisch geheel, de gebouwen staan op één erf en op korte afstand van de woning. De gebouwen werden al voorafgaand aan de overdracht gebruikt als opslagruimte en als hobbyruimte. De enkele grootte van deze opstallen staat er niet aan in de weg deze als aanhorigheden aan te merken. De bereikbaarheid van het perceel via de [adres 2] leidt evenmin tot een ander oordeel, omdat de zelfstandige exploitatiemogelijkheden geen rol spelen.

Het grasland is niet in gebruik bij eiseres, maar bij een derde. De rechtbank is daarom van oordeel dat het grasland niet kan worden aangemerkt als een aanhorigheid. De vrijstelling van artikel 15, eerste lid, onder q van de Wbr is echter wel van toepassing. Het grasland is in gebruik bij [naam maatschap] . Ter zitting is door eiseres toegelicht dat [naam maatschap] het grasland in eigen beheer en voor eigen gebruik maait en dat eiseres daarvoor een vergoeding krijgt. Daarom is sprake van ten behoeve van de landbouw bedrijfsmatige geëxploiteerde cultuurgrond. Dat het grasland voor eiseres en haar familie toegankelijk is en in geringe mate wordt gebruikt door eiseres, doet aan het bedrijfsmatige gebruik door [naam maatschap] niet af. De geringe mate van eigen gebruik door eiseres is van onvoldoende gewicht om de conclusie te rechtvaardigen dat geen sprake is van cultuurgrond.5 Over de verkrijging van het grasland is dan ook geen overdrachtsbelasting verschuldigd. Verweerder heeft ook voor het grasland dus ten onrechte overdrachtsbelasting nageheven.

Rechtbank Gelderland 08-09/20 (ECLI:NL:RBGEL:2020:4608)