Opzegging huur standplaats camping

Een huurovereenkomst van een standplaats kan op grond van de wet (artikel 7:228 BW) in beginsel worden opgezegd, maar, gezien het duurzame karakter, zijn de mogelijkheden daartoe ingeperkt door de rechtspraak van de Hoge Raad: de eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen in verband met de aard en inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat, een bepaalde opzegtermijn in acht wordt genomen, en/of de opzegging gepaard gaat met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst door [geïntimeerde] is opgezegd wegens bedrijfsbeëindiging. Die grond is in de RECRON-voorwaarden opgenomen in artikel 11 lid 1 onder d: de bedrijfsvoering houdt op te bestaan.  Het hof gaat er van uit dat [geïntimeerde = camping eigenaar] heeft opgezegd en kon opzeggen omdat hij zijn bedrijf beëindigde.

[camping eigenaar] was ten tijde van de opzegging (bijna) 62 jaar. Hij had geen opvolger en heeft de mogelijkheid om de camping te verkopen aan een projectontwikkelaar aangegrepen, zo voert hij onbetwist aan. Het hof oordeelt dat de bedrijfsbeëindiging in deze omstandigheden een voldoende zwaarwegende reden oplevert voor opzegging van de huurovereenkomst, die ook valt binnen de kaders van de RECRON-voorwaarden.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 19-08/25 (ECLI:NL:GHARL:2025:5126)

Noot: voor rechtspraak HR belangenafweging zie HR 28 oktober 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BQ9854).

Vanwege voldoende termijn voortgezet gebruik geen schadevergoeding voor de huurder.