Onzorgvuldige planvergelijking moet over

De Afdeling stelt vast dat artikel 4, vierde lid, aanhef en onder i, van het bestemmingsplan “Havens” een uitsterfconstructie bevat. Zolang de bedrijfswoning bewoond blijft, mag de bedrijfswoning als zodanig gebruikt worden. Wordt de bedrijfswoning langer dan een jaar niet bewoond, dan komt deze functie te vervallen. Omdat de functie van bedrijfswoning niet is komen te vervallen met de inwerkingtreding van het bestemmingsplan “Havens” dient hiermee volgens Thorbecke bij de planvergelijking ook geen rekening te worden gehouden, zo begrijpt de Afdeling het advies. De Afdeling kan zich evenwel indenken dat een redelijk denkend en handelend koper bereid zal zijn minder voor de bedrijfswoning te betalen, omdat het gebruik van de bedrijfswoning als gevolg van de uitsterfconstructie beperkt is. Thorbecke heeft zich hierover in haar advies ten onrechte niet uitgelaten. Het betoog slaagt.

ABRS 21-08/19 inzake Schiedam (ECLI:NL:RVS:2019:2813)

Noot: in casus 1. had planschade adviseur reactie gemeente op ontwerpadvies niet benoemd in eindadvies. De Afdeling acht dat onzorgvuldig, maar appellant schiet daar niet wat mee op omdat hij hierdoor niet in zijn belangen geschaad is.

In casus 2 is de planvergelijking niet correct gedaan en de afdeling oordeelt dat dit alsnog moet gebeuren (bestuurlijke lus).