In artikel 6.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wro, zoals die bepaling ten tijde van belang luidde, is bepaald dat een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, aanhef en onder c, van die wet een zelfstandige oorzaak van schade als bedoeld in het eerste lid is. Dit dient tot gevolg te hebben dat, bij de planvergelijking, een in een bestemmingsplan opgenomen ontheffingsmogelijkheid bij de maximale invulling van dat bestemmingsplan buiten beschouwing wordt gelaten.
Dit betekent derhalve dat, anders dan de rechtbank heeft overwogen, het college de ontheffingsmogelijkheid van artikel 12 van de bij het bestemmingsplan ‘Herpen’ behorende voorschriften ten onrechte heeft betrokken bij de maximale invulling van het oude planologische regime. Het betoog slaagt. ABRS 28-11/12 inzake Oss (LJN: BY4408).
Noot: ABRS 01-08/12 inzake Utrechtse Heuvelrug (LJN: BX3316).