Onteigening aansluiting A28 voor het dorp Wezep en bedrijventerrein H2O. Het onteigende vormt geen complex met het bedrijventerrein. De functionele samenhang is er wel maar onvoldoende; bestaande regionale/provinciale verkeersstructuur wordt met name verbeterd. Ook zonder bedrijventerrein was deze aansluiting noodzakelijk. Verder onvoldoende financiële samenhang. Komt bij dat het ontbreken van deze aansluiting op A28 er niet aan in de weg stond om in verleden (2005, met uitgifte kavels in 2010) al met ontwikkeling van het bedrijventerrein te starten.
Waarde € 7,00 m2 en geen verdere vergoedingen. Aldus een schadevergoeding lager dan het aanbod.
Rechtbank veroordeelt de gemeente wel in (al) de kosten van partij deskundigen ex art. 50 OW. De boekhouder die als (taxatie) deskundige voor de onteigende optrad had weinig ervaring met het onteigeningsrecht en diens kosten zijn door de rechtbank gematigd.
Rechtbank Gelderland 05-01/22 inzake Oldebroek; (nog) niet gepubliceerd
Noot: In deze onteigening deed René Vehof de taxatie voor de gemeente Oldebroek. René Vehof zag, anders dan de grondeigenaar, geen grondslag voor een complexwaarde in relatie tot bedrijventerrein; zo denkt de rechtbank, in navolging van rechtbankdeskundigen, er dus ook over.
De aanleg voor wegdoeleinden (fietspad) kwalificeert in de zin van de BTW-regelgeving als bouwterrein (ECLI:NL:RBGEL:2021:2634), maar de onteigende is geen BTW-ondernemer, dus geen BTW heffing over de schadeloossteling.
De rechtspraak leert dat complex waarde wordt bepaald door geografische, functionele en financiële samenhang, waarbij er geen “fast and hard rules” gelden. De rechtbank overweegt dat het afhangt van de feiten en omstandigheden van het geval.