Eliminatie bestemmingsplan wegreconstructie. Gronddepot gewaardeerd als “beperkt bedrijventerrein”, vanwege de planologisch beperkte aanwendingsmogelijkheden ten opzichte van regulier bedrijventerrein.
Door deze onteigening is het resterende gedeelte van het gronddepot te klein en niet meer als depot te gebruiken. Rechtbankdeskundigen taxeerden: waarde resterende depot onder overgangsrecht (dus lagere waarde dan bij positieve bestemming) minus “restwaarde als agrarische grond = waardevermindering overblijvende.
De rechtbank kiest een duidelijk andere benaderingswijze, mede gebaseerd op “voordeelsverrekening” omdat in het bestemmingsplan wegreconstructie mede voorzien was in een vervangend gronddepot op overblijvende gronden van de onteigende. De rest van het gronddepot wordt gewaardeerd op dezelfde prijs als het onteigende (en dus niet zoals deskundigen op een lagere prijs vanwege het overgangsrecht), omdat de rechtbank ook voor dat overblijvende het bestemmingsplan elimineert (en dus niet uitgaat van overgangsrecht).
In navolging van deskundigen rekent de rechtbank wel met een inbrengwaarde “eigen grond”: dat wil zeggen de gronden die reeds eigendom waren van de onteigende en waarop het vervangende depot gereconstrueerd wordt.
Voor de verplaatsing van het gronddepot rekent de rechtbank, anders dan deskundigen, niet met alle kosten maar met enkel het gedeelte dat onteigend wordt (60%, want 40% is overblijvend depot). Verder vergoeding van omrijdschade, omdat afstand naar het vervangede depot wat langer is. BTW-belaste levering en daarom vergoeding deskundigenkosten excl. BTW. Daarbij matiging deskundigenkosten.
Rechtbank Noord-Nederland 16-07/25 inzake prov. Fryslân (ECLI:NL:RBNNE:2025:2805)
Noot: het deskundigen advies in deze zaak dateert van (ruim) voor HR 16-05/25 inzake Staat A2 Limburg/Het Vonderen – Kerensheide I (ECLI:NL:HR:2025:757). Ook hier geldt: de onteigening heeft haar schaduw vooruitgeworpen. Aldus valt oordeel rechtbank over de waardering van het overblijvende gronddepot op de “volle waarde” (dus niet overgangsrecht) goed te begrijpen.
De door de rechtbank toegepaste voordeelsverrekening (voordeel uit een door de rechtbank geëlimineerd bestemmingsplan) lijkt meer ruimte voor discussie te geven.
Wat betreft de inbrengwaarde eigen grond een andere aanpak dan rechtbank Zeeland-West-Brabant inzake A27, zie het bericht daarover op onze site.
René van Hoogmoed was in deze onteigening Fryslân een van de rechtbankdeskundigen.