Onteigening buitenrijbaan manege

Vereenzelviging – eliminatie – geen waardevermindering overblijvende manegebedrijf, uitgaande van adequate aanpassingskosten (wel WVO vormschade perceel) – overgangsrecht Omgevingswet – extra accountantskosten – kosten aanpassen hypotheek – hoogte rente – matiging kosten juridische bijstand.

Reconstructie buitenrijbaan op overblijvende (de eigen grond). Daarvoor is planologische medewerking van de gemeente vereist. rechtbankdeskundigen achten het aannemelijk dat die medewerking wordt verkregen, maar dat kost wel tijd. Complicerende factor: gemeente heeft op dat overblijvende de wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing verklaart. De Rechtbank acht dit uiteindelijk geen probleem voor vergunning reconstructie op eigen grond.

Gedurende periode waarop de ter vervanging aan te leggen baan nog niet voor gebruik gereed is:

  • Huur vervangende buitenrijbaan
  • Omrij(d)schade naar die tijdelijke vervanging
  • Periode voor tijdelijke huur in relatie tot voortgezet gebruik: De rechtbank overweegt dat [gedaagde] het (bijkomend) aanbod tot verlenging van het voortgezet gebruik tot 1 januari 2025 in redelijkheid heeft kunnen weigeren. Vast staat dat de Staat het aanbod tot verlenging pas voor het eerst heeft gedaan ter gelegenheid van het pleidooi op 30 januari 2024, ruim een half jaar na het verstrijken van de eerste termijn van het voortgezet gebruik. Dat is in dit geval te laat. [gedaagde] kan niet worden verweten dat hij zich tijdig heeft voorbereid op het eindigen van het voortgezet gebruik per 1 juli 2023. In tegendeel, een redelijk handelend ondernemer in de positie van [gedaagde] zal tijdig maatregelen treffen om bij het eindigen van het voortgezet gebruik per 1 juli 2023 in het gebruik van een rijbaan elders te voorzien.
  • Periode: anders dan deskundigen gaat rechtbank er van uit dat de benodigde tijd voor reconstructie buitenrijbaan pas ingaat nadat de onteigende kennis heeft kunnen nemen van het onderhavige vonnis onteigeningsschadeloosstelling. “Daarbij is van belang dat van [gedaagde] niet kan worden verwacht dat hij de procedure tot bestemmingswijziging al in gang zet als hij nog niet weet wat de omvang van de aan hem toe te kennen schadeloosstelling zal zijn. Daarvoor is dit vonnis richtinggevend.” Aldus een langere overbruggingsperiode dan waar deskundigen mee rekenden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 17-04/24 inzake staat/A27 (ECLI:NL:RBZWB:2024:2581)

Noot: heldere overweging rechtbank om, anders dan de rechtbankdeskundigen waaronder René van Hoogmoed, te rekenen met een langere overbruggingsperiode tijdelijke vervanging. Let wel: dit is een beoordeling van de op een onteigende rustende schadebeperkingsplicht, die normaliter ingaat datum inschrijving onteigeningsvonnis: zie handboek Telders 246 en 408.

Hier geen kostenpost “inbrengwaarde eigen grond” voor de beoogde reconstructie buitenrijbaan.