Verweer: De Staat heeft tot de descente van 21 december 2021 onvoldoende gevolg gegeven aan de verplichting om het verzoek om compensatiegronden serieus in het minnelijk overleg te betrekken. De Staat en [gedaagden] hebben na de descente overlegd en overeenstemming bereikt.
Rechtbank: Uit de stellingen van partijen over en weer volgt dat zij op 10 maart 2022, derhalve voor het uitbrengen van de dagvaarding, op hoofdlijnen overeenstemming hebben bereikt omtrent minnelijke verkrijging door de Staat van hetgeen onteigend moet worden. Dit verdraagt zich niet met de stelling van [gedaagden] dat de Staat niet heeft voldaan aan zijn op grond van artikel 17 Ow bestaande verplichting. De rechtbank passeert dit verweer van [gedaagden] dan ook.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11-01/23 (ECLI:NL:RBZWB:2023:202)
Noot: René van Hoogmoed is als rechtbankdeskundige bij deze onteigening betrokken.