Verkopend makelaar heeft de inmeter tevergeefs in vrijwaring opgeroepen.
De rechtbank stelt het volgende voorop. Een verkopend makelaar handelt onrechtmatig als hij verkeerde informatie verstrekt over eigenschappen van de zaak waarvan hij moet begrijpen dat deze voor de (betrokken) koper bij diens aankoopbeslissing van belang kunnen zijn. Indien het om een woning gaat, behoort tot die eigenschappen in het algemeen de netto woon- of gebruiksoppervlakte.
Rechtbank: op grond van artikel 6:76 Burgerlijk Wetboek komen eventuele fouten van ingeschakelde hulppersonen (de inmeter), voor rekening van de makelaar.
Tot welke prijsvermindering de bekendheid van de betrokkenen met de werkelijke woonoppervlakte zou hebben geleid, is niet met nauwkeurigheid vast te stellen. Daarom zal de rechtbank de schade schatten op de voet van artikel 6:97 BW. De rechtbank stelt, alles in aanmerking nemende, de door [eiseres] c.s. geleden schade ex aequo et bono vast op € 15.000.
Schuld inmeter:
Tussen partijen is niet in geschil is dat [gedaagde] door een (invul)fout 18,5 m² teveel aan woonoppervlakte heeft vermeld in de meetstaat 2021. In zoverre is zij toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen.
Gelet op de aard van de door inmeter gemaakte (invul)fout, is geen sprake van een opzettelijke afwijking van de meetinstructie als bedoeld in de exoneratieclausule. Aldus geldt die exoneratieclausule.
Rechtbank De Haag 29-05/24 (ECLI:NL:RBDHA:2024:8256)
Noot: belang oppervlakte zie HR 17-02/12 (ECLI:NL:HR:2012:BV6162).
Eerder is in de rechtspraak uitgemaakt dat de schade niet berekend kan worden door enkel het verschil in oppervlakte te vermenigvuldigen met gemiddelde waarde per m2 GBO.