Nu eens een beperking NMR door Afdeling

Ten Have zet in haar nader advies uiteen dat het oude bestemmingsplan “Tuinzigt” in 1994 in werking is getreden, bestemmingsplannen elke tien jaar herzien moeten worden en dat het derhalve in de rede lag dat het plan zou worden aangepast. Aangezien al uit de toelichting op “Tuinzigt” blijkt dat de gemeenteraad heeft gesignaleerd dat de hiërarchische opbouw van winkelvoorzieningen in toenemende mate onder druk staat en de winkelleegstand in de periode van 2006-2012 is toegenomen, lag een wijziging van de ruimtelijke ontwikkeling volgens Ten Have in de lijn der verwachting. Ten Have wijst er in dit verband ook op dat uit de concept-Detailhandelsnota die in oktober 2001 en de Detailhandelsnota 2002 die op 28 februari 2002 is vastgesteld kenbaar is dat een voor het winkelcentrum negatieve planologische ontwikkeling in het verschiet ligt.

De maatschappelijke ontwikkeling die Ten Have beschrijft is algemeen gesteld. De beoordeling die Ten Have maakt van de voor het winkelcentrum negatieve maatschappelijke ontwikkelingen verhoudt zich niet tot de door haar voorgestelde, doch niet nader gemotiveerde, aftrek van 5%. Deze aftrek is namelijk betrekkelijk hoog voor een geval van directe planschade, zoals hier aan de orde, mede gelet op de omstandigheid dat de wetgever voor directe planschade geen forfaitaire drempel heeft gesteld.

ABRS 17-05/17 inzake Breda (ECLI:NL:RVS:2017:1293).

Noot: voor NMR hier een directe koppeling met directe (en relatief hoge) schade.