Verder lijken de adviseurs – door in het advies te schrijven dat er ten minste twee potentiële locaties waren waar de urilift kon worden geplaatst en dit betekent dat ten minste de helft van de schade voor rekening van [appellante] dient te blijven – ervan te zijn uitgegaan dat het normaal maatschappelijk risico kan worden vastgesteld met gebruikmaking van kansberekening. Voor zover zij dat hebben bedoeld is dat onjuist. Bij de bepaling van het normaal maatschappelijk risico spelen juist de eerder genoemde omstandigheden van het geval een rol die, zoals hiervoor is overwogen, tegen elkaar moeten worden afgewogen. Hierbij merkt de Afdeling op dat de adviseurs een aantal door [appellante] aangedragen omstandigheden in het geheel niet noemen.
Uit het vorenstaande volgt dat de door de adviseurs gegeven motivering de toepassing van een korting van 50% niet kan dragen.
ABRS 12-11/14 urilift Amersfoort (RVS:2014:4033).