NMR bij directe schade

Het college heeft niet aannemelijk gemaakt dat de ontwikkeling in de lijn van de verwachtingen lag. Voorts is van belang dat het hier gaat om schade ten gevolge van een ontwikkeling op de gronden van [appellant], dus om directe planschade, waarvoor de wetgever geen forfaitaire drempel heeft gesteld, zoals hiervoor is overwogen. Bovendien is de aard van het nadeel van belang. Daar waar bewoning van het pand onder het oude planologische regime zonder meer was toegestaan, is bewoning onder het nieuwe regime vrijwel niet meer toegestaan, mede gelet op het door het college ingenomen standpunt dat geen noodzaak meer bestaat om een bedrijfswoning bij een bedrijf te hebben. De ontwikkeling levert naar zijn aard derhalve een ingrijpende gebruiksbeperking op. Gelet op deze omstandigheden, in samenhang bezien, is de Afdeling van oordeel dat in dit geval geen drempel moet worden gehanteerd.

ABRS 27-09/17 inzake Zaanstad (ECLI:NL:RVS:2017:2598).

Noot : voor deze directe schade, waarvoor geen wettelijk forfait geldt, geeft de Afdeling expliciete overwegingen om geen drempel toe te passen. Zie ook ABRS 17-05/17 inzake Breda (ECLI:NL:RVS:2017:1293) waar de Afdeling een NMR van 5% voor directe schade te hoog vond.