Niet is in geschil dat de in het nieuwe bestemmingsplan mogelijk gemaakte tweede fase van het woningbouwproject De Hucht past in het gevoerde ruimtelijk beleid. Voorts is van belang dat de kern Overberg bestaat uit lintbebouwing met daarachter over een lange strook bebouwing. De woning van [appellant sub 1] is gelegen achter de lintbebouwing en maakt deel uit van de eerste fase van het woningbouwproject De Hucht. De tweede fase is gelegen op de gronden achter haar woning en dit terrein is, met uitzondering van de noordelijke zijde, omringd door bebouwing in de vorm van woningen en bedrijfspanden. Het door college gehanteerde percentage van 2% NMR is te laag; de Afdeling hakt de knoop door op 3,5%.
ABRS 07-03/08 inzake Utrechtse Heuvelrug (ECLI:NL:RVS:2018:772).
De Afdeling stelt het percentage “in redelijkheid” vast op 3,5% nadat de belanghebbende die moet betalen de 2% van het college aangevochten had. Als het College een engszins hoger percentage gehanteerd zou hebben dan was dat mogelijk ook wel geaccepteerd door de Afdeling; zie bijvoorbeeld ABRS 25-10/17 inzake Terneuzen (ECLI:NL:RVS:2017:2889).
Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (in de overzichtsuitspraak van 28 september 2016, overweging 5.9 en volgend, ECLI:NL:RVS:2016:2582) moet de vraag of schade tot het normaal maatschappelijk risico behoort, worden beantwoord met inachtneming van alle van belang zijnde omstandigheden van het geval.