Vanaf 2004 heeft de Gemeente in het kader van de herstructurering van de Spaanse Polder voorwaarden geformuleerd voor de heruitgifte van de in erfpacht uitgegeven gronden. Sinds 2012 hanteert de Gemeente de voorwaarde dat een kavel voor gronduitgifte een oppervlakte van ten minste 1.250 m2 moet hebben (hierna: de 1.250 m2-eis).
Erfpachter (1-2-3 vastgoed) heeft verzocht om het recht van erfpacht te verlengen, zodat hij het recht van erfpacht kan overdragen aan haar huurder Magneto, die ook eigenaar is van het aangrenzende pand. In deze e-mail schrijft 1-2-3 Vastgoed dat Magneto in verband met de uitbreiding van haar bedrijf graag wil dat het recht van erfpacht onder dezelfde voorwaarden wordt verlengd als haar eigen recht van erfpacht. In deze e-mail meldt 1-2-3 Vastgoed dat zij in 2016, na goedkeuring van de bouwvergunning, het pand voor een bedrag van € 210.000,- heeft gerenoveerd.
Gemeente heeft dat geweigerd vanwege het niet voldoen aan 1.250 m2 eis.
Rechtbank: Tussen partijen staat vast dat contractuele termijn van de erfpacht op 1 september 2020 is verstreken. Niet is gebleken dat aan 1-2-3 Vastgoed terzake een specifieke toezegging is gedaan. De Gemeente heeft zich op het standpunt gesteld dat zij op grond van de 1.250 m2-eis niet bereid is tot heruitgifte aan 1-2-3 Vastgoed en dat het betalingsgedrag van 1-2-3 Vastgoed en haar bestuurder reden is geweest om niet met 1-2-3 Vastgoed in onderhandeling te treden.
Hoewel onduidelijk is wanneer en op welke wijze de Gemeente met 1-2-3 Vastgoed en de andere erfpachters heeft gecommuniceerd over de voorwaarden voor heruitgifte, staat niet ter discussie dat de 1.250 m2-eis sinds 2012 wordt gesteld. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is deze eis niet zonder meer onredelijk, ook niet als dat betekent dat meerdere erfpachters niet voor heruitgifte van eerder uitgegeven percelen in aanmerking komen
Rechtbank Rotterdam, Kort Geding 02-08/21 inzake Schiedam (ECLI:NL:RBROT:2021:7762)