Nalatenschap: taxatie marktwaarde of agrarische waarde

De rechtbank memoreert in dit verband dat in het tussenvonnis van 24 mei 2023 is overwogen dat de landerijen tegen de agrarische waarde moeten worden gewaardeerd en niet tegen de marktwaarde, omdat de redelijkheid en billijkheid en hetgeen partijen op basis van verklaringen en gedragingen uit het verleden van elkaar mochten verwachten in de weg staan aan een waardering van de landerijen tegen de marktwaarde. Ook heeft de rechtbank eerdere overdrachten binnen de families [familienaam 1] en [familienaam 2] in aanmerking genomen waarbij de landerijen steeds laag – tegen de agrarische waarde – werden gewaardeerd.

Uit het deskundigenbericht blijkt dat de deskundige het begrip “agrarische waarde” heeft geïnterpreteerd als marktwaarde rekening houdend met de huidige agrarische bestemming. Die interpretatie van het begrip “agrarische waarde” valt niet te rijmen met de rechtsoverwegingen 4.42 tot en met 4.45 van het tussenvonnis van 24 mei 2023. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de deskundige met zijn deskundigenbericht geen antwoord heeft gegeven op de door de rechtbank gestelde vragen, zodat het deskundigenbericht niet bruikbaar is voor de verdere beoordeling van deze zaak. Bij deze stand van zaken begroot de rechtbank de kosten van de deskundige op nihil.

De rechtbank benoemt vervolgens expliciet de uitgangpunten voor de bepaling van de agrarische waarde van de landerijen.

Rechtbank Amsterdam 12-02/25 (ECLI:NL:RBAMS:2025:879)

Noot: normaliter geldt: waardering op de agrarische waarde, dat wil zeggen de waarde die een nog net lonende exploitatie mogelijk maakt.

Deze rechtbankdeskundige had zijn taxatieopdracht schijnbaar niet goed begrepen en krijgt geen honorarium. Er wordt een nieuwe deskundige benoemd.