Nadeelcompensatie: vergoeding deskundigenkosten

Volgens de door Casa Don Arroyo overgelegde factuur van 28 september 2015 heeft Royal Haskoning € 6.918,75 (exclusief BTW) in rekening gebracht voor een rapport van een contra-expertise van 12 augustus 2015. In bijlage 1 van het besluit van 14 mei 2020 heeft de minister berekend dat, gezien het in een offerte van 2 maart 2015 vermelde uurtarief van € 175,00, Royal Haskoning ongeveer 40 uur aan dit rapport heeft gewerkt. Onder verwijzing naar uitspraken van de Afdeling van 26 november 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:4244) en van 24 december 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:4690) heeft de minister bepaald dat de kosten van deze werkzaamheden voor € 75,00 per uur voor vergoeding in aanmerking komen. Dit heeft geleid tot een vergoeding van € 3.000,00 (exclusief BTW).

9.4.    De uitspraken van 26 november 2014 en 24 december 2014 zien op de vergoeding van in beroep gemaakte kosten van deskundige bijstand tegen het daarvoor destijds toegepaste forfaitaire tarief. Aan deze uitspraken komt geen betekenis toe bij de vergoeding van kosten van deskundige bijstand in de fase vóór het nemen van het primaire besluit. De minister heeft dat niet onderkend. Op dit onderdeel is het besluit van 14 mei 2020 onvoldoende draagkrachtig gemotiveerd. Het betoog slaagt in zoverre.

De Afdeling ziet aanleiding met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb zelf in de zaak te voorzien.

Niet in geschil is dat het inroepen van deskundige bijstand voor het opstellen van een rapport van een contra-expertise redelijk was.

De door Royal Haskoning gedeclareerde uren staan niet in verhouding tot de verrichte werkzaamheden. Een tijdsbesteding van 40 uur, in relatie tot de omvang en zwaarte van de zaak, is onevenredig hoog. In dit geval zou een tijdsbesteding van 24 uur niet onredelijk zijn geweest. Het uurtarief van de deskundige van € 175,00 (exclusief BTW) is niet onevenredig hoog. Dit leidt tot een vergoeding voor de kosten van het rapport van Royal Haskoning van € 4.200,00 (exclusief BTW).

ABRS 14-10/20 inzake minister I&W (ECLI:NL:RVS:2020:2423)

Noot: de dubbele redelijkheidstoets: is het inschakelen van deze deskundige redelijk en zo ja, is zijn declaratie redelijk.