Nadeelcompensatie sloop parkeergarage – causaal verband

Bij besluit van 5 december 2011 heeft het college de eigenaren van het winkelcentrum een last onder bestuursdwang opgelegd strekkende tot sloop van het deel van het winkelcentrum

De Afdeling stelt voorop dat hoewel de last onder bestuursdwang mede heeft geleid tot het gecontroleerd slopen van het deel van het winkelcentrum waarin zich ook de bedrijfsruimte van [appellant sub 1] bevond, betekent dat niet dat de gestelde schade in een zodanig verband met het besluit van 5 december 2011 staat, dat zij in redelijkheid daaraan kan worden toegerekend. In dit verband is van belang dat, zoals de Afdeling in de uitspraak van 16 juli 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2655 eerder heeft overwogen, de last onder bestuursdwang een reactie was op het gevaar van instorting van het onveilige deel van het winkelcentrum als gevolg van bodemverzakking en de omstandigheid dat de constructie van het winkelcentrum niet langer voldeed aan de eisen van artikel 2.5, eerste lid, van het Bouwbesluit 2003. Een ongecontroleerde instorting zou de veiligheid in de directe omgeving van het winkelcentrum aantasten. De gestelde schade staat dus niet in een zodanig nauw verband met het bestuursdwangbesluit, dat deze aan het college, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid en van de schade, als een rechtstreeks gevolg van dat besluit kan worden toegerekend.

ABRS 30-08/17 inzake Heerlen/Q-park (ECLI:NL:RVS:2017:2300).

Noot: Nu de gestelde schade niet het rechtstreeks gevolg is van het besluit van 5 december 2011, komt de Afdeling niet toe aan de beoordeling van de vergoedbaarheid van de gestelde schade.