Nadeelcompensatie: schade als gevolg van toegenomen concurrentie

Zoals het college in zijn verweerschrift heeft uiteengezet en ter zitting van de Afdeling heeft toegelicht, is de beëindiging van de bedrijfsactiviteiten van Eureka te Dieren niet het gevolg van het op haar betrekking hebbende besluit van 29 april 2016, maar van de hiervoor in 2.3 beschreven nieuwe marktsituatie. Ook indien de aanmeertijden in dat besluit van 29 april 2016 waren vergund zoals in het vervangende, rechtmatige besluit van 5 december 2018, zou het voor Eureka niet rendabel zijn geweest haar bedrijfsactiviteiten te Dieren voort te zetten. Vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1302, in de procedure over nadeelcompensatie, waarin de Afdeling heeft geoordeeld dat de door Eureka gestelde schade, verband houdend met de beëindiging van haar bedrijfsactiviteiten te Dieren, het directe gevolg is van haar bedrijfseconomische beslissing geen gebruik te maken van de aanmeerkade Aan ’t Veer in verband met de toegenomen concurrentie.

ABRS 18-09/19 inzake Rheden/Eureka (ECLI:NL:RVS:2019:3167)