Indien in een advies van een door een bestuursorgaan benoemde onafhankelijke en onpartijdige deskundige op objectieve wijze verslag is gedaan van het door die deskundige verrichte onderzoek en daarin op inzichtelijke wijze is aangegeven welke feiten en omstandigheden aan de conclusies ervan ten grondslag zijn gelegd en deze conclusies niet onbegrijpelijk zijn, mag dat bestuursorgaan bij het nemen van een besluit op een verzoek om nadeelcompensatie van dat advies uitgaan, tenzij concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan naar voren zijn gebracht.
Indien de aanvrager een op een advies van een onafhankelijke en onpartijdige deskundige gebaseerd oordeel van het bestuursorgaan over het bestaan van schade, over de omvang van de schade of over het oorzakelijk verband tussen de schadeveroorzakende handeling en de schade bestrijdt, rust in beginsel op de aanvrager de bewijslast om zijn andersluidende standpunten aannemelijk te maken.
ABRS 09-11/16 inzake Amsterdam / Rokin – noord-zuidlijn (ECLI:NL:RVS:2016:2960).
Noot: de pogingen van gelaedeerde om aan te tonen dat gemeentelijke adviescommissie fout zit, falen. Bewijslast = bewijsrisico.