Anders dan het college betoogt, heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat wat [wederpartij] heeft aangevoerd in zijn zienswijze, leidt tot voldoende gerede twijfel aan de zorgvuldigheid, inzichtelijkheid en motivering van de door het college overgenomen adviezen van Langhout.
In de aanvullende adviezen van Langhout van 29 maart 2012, 13 juni 2012 en 30 november 2012 is niet voldoende inzichtelijk gemaakt hoe is gekomen tot de waarde van het perceel voor en na de planologische wijziging van onderscheidenlijk € 545.000,00 en € 510.000,00. Daarbij is alleen in algemene zin verwezen naar oude en nieuwe planologische mogelijkheden. De gehanteerde referentiepanden zijn weliswaar gelegen aan de Machineweg in Aalsmeer, maar alleen de opsomming daarvan biedt evenmin voldoende inzicht in hoe de vastgestelde waarden tot stand zijn gekomen. Dat inzicht wordt tot slot ook niet gegeven met de op basis van de in 1993 betaalde koopsom en met toepassing van een prijsindex berekende waarde van het perceel op de peildatum van € 615.000,00.
Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank terecht overwogen dat uit die adviezen onvoldoende duidelijk volgt hoe de gehanteerde referentiepanden zijn gekozen en dat daarin op een onvoldoende duidelijke wijze inzicht is gegeven in de wijze waarop tot het vastgestelde schadebedrag van € 35.000,00 is gekomen. Hetgeen het college in hoger beroep heeft aangevoerd over andere gronden in de zienswijze van [wederpartij] van 28 januari 2013 doet niet af aan de hiervoor genoemde punten waarop de taxatie door Langhout onvoldoende inzichtelijk is gemaakt.
Taxatie StAB wordt wel gevolgd door de Afdeling:
Van der Laarse (lees: door StAB ingeschakelde taxateur) heeft vijf referentiepanden gehanteerd en daarvan de gegevens vermeld. Hij heeft toegelicht dat hij die referentiepanden heeft gehanteerd omdat ze in de buurt van het perceel zijn gelegen, in 2003 zijn verkocht en wat betreft perceeloppervlakte en opstallen vergelijkbaar zijn met het perceel. Op basis daarvan heeft hij de waarde van het perceel op peildatum 25 februari 2003 voor de planologische wijziging getaxeerd op € 410.000,00. Daarbij heeft hij betrokken dat de WOZ-waarde op peildatum 1 januari 2004 € 420.000,00 bedraagt. Voorts heeft Van der Laarse de door StAB beschreven planologische wijziging, mede op basis van de in dat verband door de StAB genoemde schadefactoren, als zeer ingrijpend aangemerkt en op basis daarvan de waarde van het perceel na de planologische wijziging getaxeerd op € 300.000,00.
ABRS 20-07/16 inzake Aalsmeer (ECLI:NL:RVS:2016:2046).
Noot: de motiveringseis blijft een onderwerp van discussie. De Afdeling lijkt een toegelichte taxatie van gemeentelijke planschade adviseur veelal zwaar te wegen (ABRS 29-06/16 inzake Opmeer; ECLI:NL:RVS:2016:1795), maar zal StAB-taxatie normaliter waarschijnlijk nog zwaarder wegen (ook al is dat onder omstandigheden wel anders: ABRS 09-03/16 inzake Gemert-Bakel; ECLI:NL:RVS:2016:655). Als voorzitter van driedeskundigencommissies is het René van Hoogmoed uit ervaring bekend dat mede-taxateurs met regelmaat rekenen met verschillende referenties, althans met verschillende interpretaties van die referenties.