Indien het realiseren van geluidschermen met een hoogte van 15 m ter hoogte van de woningen in verband met de aanleg van de A73-Zuid, gelet op de wettelijke voorkeursgrenswaarde voor de geluidbelasting en het in de toelichting op het bestemmingsplan bedoelde akoestisch onderzoek, niet nodig, niet doelmatig en redelijkerwijs niet te verwachten was en geluidschermen met die hoogte in Nederland niet voorkomen, zoals [appellanten sub 1] stellen, betekent dat niet dat het realiseren van geluidschermen met een hoogte van 15 m in de oude situatie met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid was uitgesloten. De minister heeft deze bebouwingsmogelijkheid terecht als onderdeel van het oude planologische regime in de vergelijking met het Tracébesluit betrokken.
ABRS 18-10/17 inzake Minister I&M, A73 (ECLI:NL:RVS:2017:2802).
Niet in geschil is dat de A73-Zuid ter hoogte van de woningen geschikt is voor een maximumsnelheid van 130 km/u. In het bestemmingsplan is de maximumsnelheid op de A73-Zuid niet op 90 km/u begrensd. Dat brengt met zich dat, naar de rechtbank terecht heeft overwogen, de minister voor de oude situatie had behoren uit te gaan van een maximumsnelheid van 130 km/u.
Voor het geval artikel 1, tweede lid, van het Tracébesluit met zich brengt dat de maximumsnelheid in de nieuwe situatie op 100 km/u is begrensd, heeft het Tracébesluit in dit opzicht, in planologische zin, voor [appellanten sub 1] tot een verbetering geleid. Voor het geval de maximumsnelheid in artikel 1, tweede lid, van het Tracébesluit niet is begrensd, had de minister ook voor de nieuwe situatie behoren uit te gaan van een maximumsnelheid van 130 km/u. In dat geval heeft het Tracébesluit in dit opzicht in planologische zin voor [appellanten sub 1] in ieder geval niet tot een verslechtering geleid.